Wettelijk en institutioneel kader
Aquacultuur- of maricultuurinrichtingen op Vlaams grondgebied zijn een bevoegdheid van de Vlaamse overheid. Hierbij is het Agentschap Landbouw en Visserij de beheersautoriteit van het Belgisch Operationeel Programma voor de ten uitvoerlegging van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken, Visserij en Aquacultuur (EFMZVA). In dit Operationeel Programma zijn maatregelen ter ondersteuning van de aquacultuur opgenomen. Daarnaast volgt de dienst Visserij, in het kader van de opvolging van het Gemeenschappelijk Visserij Beleid (GVB), ook het Europees aquacultuurbeleid op.
Net zoals andere bedrijven zijn ook aquacultuurbedrijven onderworpen aan de milieu-, water-, mest- en natuurwetgeving en de wetgeving inzake ruimtelijke ordening. Afhankelijk van de installatie kan aquacultuur als agrarische activiteit of lichte industrie bestempeld worden. Onderstaande lijst geeft een overzicht van de bevoegdheidsverdelingen voor de meest relevantie thematieken in Vlaanderen:
- Omgevingsvergunning: sedert 1 januari 2018 zijn de bouwvergunning en milieuvergunning samengevoegd tot de ‘omgevingsvergunning’. Deze aangepaste werkmethode zorgt ervoor dat een omgevingsdossier kan worden ingediend, opgevolgd en behandeld via één centraal loket, het omgevingsloket. In Vlaanderen is het Departement Omgeving bevoegd voor deze materie. Tevens is het Departement Omgeving bevoegd voor de toepassing van Ver. (EU) nr. 708/2007 betreffende het gebruik van exotische en plaatselijk niet-voorkomende soorten.
- Dierenwelzijn: sinds 2014 is dit een regionale bevoegdheid in België. De dienst dierenwelzijn maakt onderdeel uit van het Departement Omgeving.
- Mestwetgeving (mestdecreet): dit is de bevoegdheid van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), een Extern Verzelfstandigd Agentschap (EVA) van het beleidsdomein Omgeving.
- Voedselveiligheid: deze materie wordt op federaal niveau beheerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Op haar website houdt het FAVV een actueel register bij van de Belgische aquacultuurproductiebedrijven.
- Waterbeleid: sedert 1998 zijn verschillende oppervlaktewateren aangeduid als bestemd voor viswater en schelpdierwater (BVR van 8 december 1998). Het water van de Spuikom in Oostende werd hier als bestemming schelpdierwater toegewezen. Voor deze wateren werden milieukwaliteitsdoelstellingen opgenomen, zoals bepaald in hoofdstuk 2.3., titel II van het VLAREM. De milieukwaliteitsnormen voor oppervlaktewater bestemd voor schelpdieren zijn opgenomen in bijlage 2.3.5.. In Vlaanderen is de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) de bevoegde instantie voor de betreffende materie.
Op Belgisch niveau valt quasi alle wetgeving betreffende maricultuur die op zee plaatsvindt onder de bevoegdheid van de federale overheid (Minister voor de Noordzee / FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu). Het economisch beleid betreffende maricultuur blijft een Vlaamse bevoegdheid. Onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest relevantie thematieken op federaal niveau:
- Gebruiksvergunning: gebruiksvergunningen voor mariene activiteiten zijn een bevoegdheid van de dienst Marien Milieu, DG Leefmilieu van de federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
- Milieuvergunning: milieuvergunningen voor mariene activiteiten zijn een bevoegdheid van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) - Wetenschappelijke Dienst Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM), van de OD Natuur. Tevens is de BMM bevoegd voor de toepassing van Ver. (EG) nr. 708/2007 betreffende het gebruik van exotische en plaatselijk niet-voorkomende soorten.
- Voedselveiligheid: deze materie wordt op federaal niveau beheerd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV).