Nooit eerder werd er meer zeevoedsel geconsumeerd dan nu. Gemiddeld eet een mens jaarlijks ongeveer 20 kg aan vis en zeevruchten. De helft van alle geconsumeerde zeeproducten is reeds afkomstig van aquacultuur en er wordt verwacht dat de sector zich tegen 2050 zal verdubbelen om te kunnen voldoen aan de steeds stijgende vraag. Met het toenemend belang van de sector, stijgt ook de aandacht om aquacultuurpraktijken duurzaam te laten verlopen langsheen de waardeketen. Zo heeft de sector te kampen met uitdagingen op het vlak van milieuvervuiling, een overmatig gebruik van antibiotica, het verspreiden van ziekteverwekkers en een hoge vraag naar wilde vis en visolie in voeders. Bovendien zijn binnen bepaalde takken en regio’s ondermaatse werkomstandigheden en een hoge graad van gender ongelijkheid vastgesteld.
In een nieuwe paper zochten wetenschappelijke experten in aquacultuur, gezondheid, milieu en economie tezamen met industriële belanghebbenden en beleidsmakers naar maatstaven die een duurzame grootschalige aquacultuurpraktijk garanderen. Als basisprincipe hanteerden ze het zgn. “One Health”-kader, een kader dat concepten als toegang tot voedzaam voedsel, een hoogwaardige werkgelegenheid (human health), de gezondheid van wilde visbestanden (animal health) en ecosystemen en het behoud van een kleine ecologische voetafdruk en veerkracht tegen klimaatverandering integreert (environmental health) en zich hierbij niet limiteert tot de zeezijde maar ook kijkt naar de land-zee interacties. Met de resultaten van deze analyse hopen de betrokkenen beleidsmakers wereldwijd van wetenschappelijk onderbouwde handvaten te voorzien in het opstellen van duurzame nationale aquacultuurstrategieën. De auteurs benadrukken het belang van kennisoverdracht tussen wetenschap-beleid- en experten uit de sector om een duurzame groei in de sector te realiseren. Communicatie, coöperatie en coördinatie zijn hier de drie sleutelbegrippen.
Het rapport van dit onderzoek kan u raadplegen door hier te klikken.